Soekot

In Gods Soeka, altijd

Door Debra J. Robbinshttps://wp.me/p3v0Aa-1gX, vertaling Kineret Sittig

Een gebed voor wie het dit jaar zonder Soeka moet doen

U geeft me onderdak in Uw Soeka als het me slecht gaat,
U verbergt me in Uw tent, U plaatst me hoog op een stevige ondergrond. Psalm 27: 5

Uw Soeka, God, lijkt niet op de mijne, daar ben ik zeker van.
U hebt geen balken of planken nodig, geen buizen of schragen, geen klittenband of ducttape of touw
om de onderdelen bij elkaar te houden.

U creëert met woorden alle bouwwerken en schuilplaatsen,
alle verbindingen en schoren,
de zwaartekracht en de lijm
om onze lichamen te laten ademen, onze planeet te laten draaien, ons universum te laten expanderen.

Natuurlijk zijn de versieringen van Uw ontwerp onvoorstelbaar mooi:
sterrenbeelden, beuken en bevende berken,
zelfs de leest die moleculen tot dodelijk virus vormt,
een voor een uniek en ontzagwekkend, net als U.

Ook wij zijn Uw versieringen – werken van schoonheid in Uw Soeka –
die licht geven op een donkere dag en als het avond wordt,
als we woorden van lof zoeken om elkaar en U toe te zingen of te fluisteren,
als we alleen en bang zijn, en dan weer moedig en geduldig, en dan weer niet.

Altijd vol goede hoop.
Met mijn voeten op de grond voel ik U, zo solide als beton, als een rots onder me;
met mijn vingers uitgestrekt voel ik U in de lucht om me heen;
met mijn hoofd hoog boven de chaos die om me heen raast,
zonder eigen Soeka, vier ik Het Feest in de Uwe,
en met grote dankbaarheid voor de oogst die mijn leven is, bied ik de b’racha aan:

Gezegend bent U Eeuwige, Inspirator van de wereld, dat U ons de verplichting hebt gegeven in Uw Soeka te zitten.