Erev Rosj haSjana

Het jaar begint

Joram Rookmaaker

De Hoge Feestdagenperiode begint met Rosj haSjana, het begin van het jaar, op de eerste dag van de maand Tisjri. Zoals alle joodse dagen begint ook deze bij zonsondergang op de vooravond. Hoge Feestdagen is eigenlijk een verwarrende term, noch Rosj haSjana noch Jom Kipoer zijn dagen van grote uitgelatenheid. Er is een diepe intensiteit aan deze dagen, waar de begrippen de Eeuwige als Koning, de Eeuwige als rechter en het begrip herinnering, centraal staan.

De betekenis van Rosj haSjana is in de joodse geschiedenis wat verschoven – oorspronkelijk had het niet die centrale plek in het jaar die het nu heeft. Het zijn de rabbijnen in onze traditie die het aankomende oordeel over ons handelen centraal hebben gezet. Op Rosj haSjana wordt geoordeeld over ons handelen en op Jom Kipoer wordt dat oordeel bezegeld. Geen reden tot grote uitgelatenheid zou je zeggen.Toch lezen we in de Talmud Jerusjalmi het volgende commentaar van Rabbi Hanina en Rabbi Joshua:

“Welk ander volk is als dit ene volk dat de wegen van de Eeuwige kent? Andere mensen die een dag in de rechtbank moeten komen trekken zwarte kleren aan, hullen zich in sombere tinten en ze laten hun baarden en vingernagels groeien omdat ze niet weten wat de uitkomst van de zitting zal zijn. Maar voor Jisraeel is dat niet zo. Wij trekken juist witte kleren aan, trimmen onze baard en knippen onze vingernagels, en op Rosj haSjana eten we zoveel we willen, omdat we weten dat Hakadosj Baroech Hoe een wonder voor het Joodse volk zal bewerkstelligen.”. 
Het is deze combinatie van afwachting en vertrouwen, van oordeel en feest, die typisch is voor Rosj haSjana – en dus ook voor de dienst.

De erev-Rosj-haSjanadienst is kort. Hij is ook vroeger dan andere avonddiensten bij de LJG. In Amsterdam beginnen we om 7 uur, in andere kehilot misschien iets later. De reden is traditioneel dat mensen de feestmaaltijd voor Rosj haSjana daarna kunnen eten en niet in haast daarvóór. Bij die maaltijd zijn de appeltjes met honing en de ronde challes die we ook in honing dopen.

Maar eerst worden de kaarsen voor jomtov aangestoken. Thuis, en in sjoel doen we het ook. Omdat het dit jaar op vrijdagavond valt, herkennen we de inleidende psalmen van sjabbat. Die gaan al snel over in het Sjema en het Amida. We voegen niet nog allerlei extra gedichten, pi-joetim, toe omdat het niet telang moet duren. Het Amida van erev Rosj haSjana kent specifieke toevoegingen vanwege de feestdag. De kedoesja – de heiliging van de naam van de Eeuwige – bestaat uit paragrafen die we aanduiden met oevechen, naar de eerste woorden ervan (machzor, p. 22). Het gaat over zowel het universele als het particuliere van Gods koningschap. De kedoesjat hajom, de heiliging van de dag, is aangepast zoals op alle feestdagen. De derde paragraaf hiervan is echter specifiek voor Rosj haSjana: het meloch al kol haolam (p. 26), dat gaat over het universele karakter van Gods koningschap – als het ware de wens dat de elementen van barmhartigheid en rechtvaardigheid voor de hele wereld zullen gelden.

Deze beracha eindigt met de chatima, de afsluiting: “gezegend bent U, Eeuwige, Koning van de gehele aarde, die Jisraeel en de Dag van de Herinnering heeft geheiligd.”

Deze thema’s vinden we de volgende dag in de veel uitgebreidere Rosj haSjana moesafdienst terug, in de delen die genoemd worden malchoejotzichronot en sjofarot.

Na het Amida is er in de meeste sjoels een drasja, gevolgd door het Aleenoe en het Kaddisj Jatom. We sluiten de diensten op de hoge feestdagen af met het Adon Haslichot. De tekst en melodie zijn te vinden op koleenoe.nl.

De kiddoesj doen we dit jaar collectief via de zoom. Zoekt u ter voorbereiding alvast de kiddoesjwijn en de beker of bekers bij elkaar. En ook appeltjes met honing mogen niet ontbreken na de dienst!

We wensen u vele jaren, en moge U ingeschreven worden in het boek van een goed leven!

Rosj haSjana sjacharit

Een nieuw jaar

Menno ten Brink

Het oude jaar 5780 ligt nu achter ons, het nieuwe jaar 5781 is geboren, en we weten nog niet wat dat voor ons te betekenen heeft. Deels kunnen we dat zelf bepalen, maar voor het grootste deel overkomt het ons, zonder dat we er zelf invloed op hebben. Verliefdheid, ziekte, angst, geboorte, overlijden. Vandaag op de Jom teroea, de Dag waarop de Sjofar geblazen zal worden, ligt volgens de traditionele en oude teksten het oordeel in de weegschaal. Het kan de ene of de andere kant op gaan, alleen achteraf kan je zeggen wat er gebeurd is, en een oordeel geven of je het goed of verkeerd hebt gedaan, of je pech hebt gehad, of dat je het noodlot hebt getart. In deze tijd, en tijdens deze dag kunnen we vragen om eerlijkheid, om visie, om moed. Eerlijkheid om onszelf te zien zoals we zijn, visie om onszelf te zien zoals we zouden moeten zijn, en moed om te durven veranderen, naar een (nog) beter mens, een nog beter lid van het joodse volk.

Veel barricades moeten we vaak nemen, voordat we Tesjoeva kunnen doen, introspectie, terugkeer, naar ons ware zelf. Gebrek aan vertrouwen, angsten en uitdagingen, oude gewoonten, die ingeroest zijn en egoïsme, misschien wel jaloezie, op die ander, omdat we denken dat hij of zij het beter heeft dan wij. Die obstakels maken ons onzeker, blokkeren ons van wie we werkelijk zijn, van groei naar de toekomst.

Het thema van deze dagen is Tesjoeva, terug- en inkeer. Kipoer: vergeving.

Laten we proberen die uitgestoken Hand te pakken, en ons vandaag mee te laten voeren naar spirituele hoogten, dankzij en ondanks de moderne technische mogelijkheden, waardoor we de diensten in een andere dimensie kunnen beleven en diep op ons in kunnen laten werken. Als we de tonen van de sjofar straks horen, laat dat in ons doordringen, waar we ook zijn: tekia, teroea, sjevariem, tekia gedola.

Als we straks de Tora zullen terugbrengen in de Aron, virtueel of reëel, zingen we:

Hasjievenoe Adonai eelecha, venasjoeva, chadeesj jameenoe kekedem, Help ons om terug te keren , tot U, tot ons ware zelf. Vernieuw onze dagen, iedere keer weer.

Rosj haSjana moesaf

Speciale teksten in de Rosj haSjana moesaf

Corrie Zeidler

Er zijn een aantal bijzondere toevoegingen in de moesaf voor Rosj haSjana:

  1. De pi-joet Oen’tanee tokef
  2. In de 4de bracha van de Amida: Malchoejot, Zichronot en Sjofarot
  3. De sjofar

 

  1. Oen’tanee tokef is een pi-joet die al eeuwenlang deel uitmaakt van de liturgie van Rosj Hasjana en Jom Kipoer. Hij introduceert de Kedoesja van de Moesaf voor deze dagen en wordt gezongen met een open Aron.

De eerste alinea beschrijft de dag des oordeels, waar de engelen beven bij de ontzagwekkende gebeurtenis van het jaarlijkse oordeel over de hele schepping. Ook de mens moet deze dag met schroom tegemoet treden. Het hemelse boek van het Leven wordt geopend, waarin het lot van ieder mens wordt beschreven. De tweede alinea vervolgt dit punt en beschrijft hoe elke gebeurtenis die in het komende jaar zal plaatsvinden “geschreven wordt op Rosj Hasjana en verzegeld op Jom Kipoer”. Wie zal leven en wie zal sterven…. wie stijgt en wie verzinkt. Maar “tesjoeva, oetefilla oetsedaka ma’avirin et ro’a hagezeera”, inkeer, gebed en gerechtigheid kunnen het oordeel verzachten. De mens heeft dus wel degelijk invloed op zijn leven. De derde alinea smeekt om goddelijke barmhartigheid. De mens is van nature zondig, onmachtig en sterfelijk, maar de Eeuwige is traag in Zijn boosheid en wil liever dat de mens terugkeert dan hem doden. Ten slotte prijst de vierde alinea de Eeuwige als verheven boven alles, en smeekt Hem om Zijn Naam te heiligen door Jisraeel te verlossen – direct overgaand in de kedoesja.

Deze pijoet is een van de meest indrukwekkende in onze liturgie en heeft ook een mooie muziekale omlijsting.

  1. MalchoejotZichronot en Sjofarot – Dit zijn 3 uitbreidingen binnen de 4de bracha van de Amida, die alleen op Rosj haSjana worden gezegd.

Ze bevatten alle drie teksten met een eigen onderwerp. Malchoejot begint met het grote Aleenoe, waarbij we traditioneel helemaal buigen voor de Eeuwige en daarna komt er een aantal teksten over het koningschap van de Eeuwige. Zichronot bevat teksten over het feit dat de Eeuwige zich het verbond met ons herinnert. Sjofarot bevat teksten over de rol van de sjofar in de geschiedenis van het volk Jisraeel. Elk onderdeel wordt afgesloten met een aantal sjofartonen en een gezongen pi-joet.

  1. Sjofar – Er zijn verschillende redenen om op Rosj haSjana op de sjofar te blazen:
  • Rosj haSjana is de dag waarop de Eeuwige als koning over de schepping wordt uitgeroepen en het was de gewoonte op de sjofar te blazen bij het kronen van een koning.
  • Rosj haSjana is de eerste dag van de 10 dagen van tsjoeva, inkeer, en we moeten wakker worden geschud.
  • Als herdenking aan de ram die in plaats van Jitschak geofferd werd op de berg Moria, het verhaal dat op de tweede dag van Rosj hasjana wordt gelezen.

De taak van de sjofar is om ons waakzaam te maken, te waarschuwen voor wat er gaat gebeuren, en ook om ons buiten ons zelf te halen, buiten de grenzen die we voor onszelf hebben gesteld, zodat we nieuwe diepten kunnen ontdekken. De sjofar vertelt ons van de nieuwe kansen die we krijgen. De sjofar roept ons op om diep adem te halen, de grenzen van onze ziel te verbreden en verwijden, en te geloven dat we kunnen en mogen proberen, dat we kunnen en mogen veranderen. De mitswa om de sjofar te horen geldt voor iedereen, ook voor vrouwen en kinderen, en is eigenlijk een passieve mitswa. Tijdens Sjacharit is voor de eerste keer op de sjofar geblazen en is de bracha al gezegd.

Er zijn 3 verschillende sjofartonen: T’ki-asj’varim en t’roe-a:

De T’ki-a is een lange toon, het geluid van de zekerheid – er is één boodschap, één doel, net als de sjofar die bij het Jubeljaar vrijheid uitriep over de hele land. (Vajikra 15:10)
De Sj’varim is een serie van drie gebroken tonen, het geluid van gebrokenheid, breekbaarheid – ons leven, onze maatschappij, onze wereld is niet volmaakt, er zijn brokken, soms groot en soms klein. Laten we daar niet onze oren en ogen voor sluiten. We hebben de opdracht op te komen voor de zwakken, de gebrokenen, de breekbaren, waar dan ook ter wereld. Deze tonen moeten ons waarschuwen voor onverschilligheid voor de breuken in onze samenleving.
De T’roe-a is een serie van negen korte staccato’s, het geluid van urgentie – urgentie om te reageren als we iets zien wat niet door de beugel kan, urgentie om niet zwijgend door te lopen, urgentie om actief aan tikoen olam te werken, om de wereld tot een betere plaats te maken.

De T’ki-a G’dola – de grote T’ki-a, is het geluid van onze eeuwige poging om rechtvaardigheid te zoeken. Tsedek Tsedek tirdof – Zoek rechtvaardigheid en niets dan rechtvaardigheid. Dan zul je in leven blijven en mag je het land dat de Eeuwige jouw God, je zal geven, in bezit nemen (Devarim 16:20). De tekst herinnert ons eraan dat we alleen onze plek op deze aarde verdienen als we rechtvaardigheid zoeken en proberen te brengen. De T’ki-a G’dola roept ons op om een gemeenschap, een maatschappij te vormen die voor rechtvaardigheid zorgt voor al zijn leden. Laten we hier met z’n allen met vereende krachten aan werken in dit nieuwe jaar.